26 oktober 2023
Het is herfstvakantie. Een week lang de gelegenheid even afstand te nemen van schoolse zaken. Een week tijd om bijvoorbeeld op reis te gaan of familie en vrienden te bezoeken. Of de tuin winterklaar te maken. Ruimte en tijd voor andere zaken. Normaliter een week om het schoolse even los te laten, maar dat lukte deze week niet zo goed. Dat had niet zoveel te maken met een kleine interne verbouwing in deze vakantie, maar veel meer met de ontwikkelingen in de wereld. Niet alleen wordt een conflict tussen de Oekraïene en Rusland uitgevochten, sinds kort staat ook het Midden-Oosten in brand. Israël voert een oorlog met Hamas in de Gazastrook en met Hezbollah in Libanon. Protesten in de hele wereld door allerlei verschillende groeperingen maken duidelijk dat velen geraakt en betrokken zijn. In alle media wordt aandacht besteed aan deze situatie. Soms met veel verbaal geweld, soms ingetogen en verdrietig. Deze oorlog, elke oorlog kent enkel verliezers. Elke keer weer. In Frankrijk werd een docent vermoord en in Brussel verloren enkele voetbalsupporters uit Zweden het leven. Vanuit religieuze motieven lijkt het. In wat voor wereld leven we? Welk voorbeeld geven we onze jongeren?
Wat heeft dit alles met school te maken? Alles.
Wij ontvangen dagelijks jongeren in onze schoolgebouwen die opgroeien in een wereld waarin we kennelijk niet in staat zijn om in vrede en verbondenheid naast en met elkaar te leven. Onze jongeren krijgen een voorbeeld waarbij het afschuwelijkste in mensen los komt en we vooral laten zien hoe het niet moet. We praten niet, maar vechten om onze gedachten en overtuigingen kracht bij te zetten. We pakken af als we denken dat het ons toebehoort. We zijn tot de meest afgrijselijke acties in staat. Is dit wat we onze jongeren willen laten zien? Wat vertellen we onze jongeren? Dat het zo hoort? Of was het onze intentie om met elkaar ruzies uit te spreken, elkaar in onze wederzijdse opvattingen in ieder geval te respecteren? Ook als we het niet met elkaar eens zijn.
We praten in alle scholen met onze jongeren. Over wat hen bezighoudt, waarvoor ze bang zijn. We bespreken met hen wat er in de wereld gebeurt. We vertellen niet wie er gelijk of ongelijk hebben, maar proberen gebeurtenissen in een context te plaatsen. In een historische, geografische, sociaaleconomische en religieuze context. In een breder perspectief, omdat wij er zijn om jongeren verder te helpen om deze ingewikkelde wereld te leren begrijpen. Als we die zelf al enigszins begrijpen. Het is ook onze intentie het vertrouwen mee te geven dat zij deze wereld anders, beter mogen kleuren. Onze jongeren zijn gezegend met de plek waar zij op mogen groeien, in een deel van de wereld waarin ze dagelijks naar school kunnen gaan, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen meisjes en jongens, afkomst of geloof. Elke dag is er in onze wereld fatsoenlijk te eten en hebben we een dak boven ons hoofd. Er is hier ruimte voor verschil van mening en voor je eigen persoonlijke ontwikkeling. Natuurlijk zijn er bij ons ook verschillen, zijn we het niet altijd met elkaar eens of vinden we van alles iets. Ze mogen angstig worden van de voorbeelden in de media die ze dagelijks zien. Daarvoor willen we er ook zijn in alle scholen. Om die gevoelens van angst, verdriet en al die andere gevoelens ruimte te bieden. Elke dag opnieuw als dat nodig is.
Werken in het onderwijs gaat veel verder dan het verzorgen van al dan niet boeiende lessen. Het gaat veel verder dan het volgen van een methode of een leerlijn uitzetten. Het stopt niet met het geven van een toets of het bepalen van een bevordering. Werken in het onderwijs betekent het voorbereiden van jonge mensen op een plek in de samenleving en daarbij oog hebben voor hun persoonlijke ontwikkeling. In alle opzichten. We houden jonge mensen een proeftuin van een gewenste wereld voor; een proeftuin waarin we samenwerken, waarin we naar elkaars luisteren en respecteren, een proeftuin waarin we groot mogen worden met vallen en opstaan. Ook als we het niet met elkaar eens zijn. Om voorbereid te zijn voor de deelname aan de samenleving. Hoe mooi zou het zijn als we een andere proeftuin voor zouden kunnen houden. Hoe wenselijk zou het zijn om andere voorbeelden te laten zien.
Het zijn de beelden die op het netvlies blijven hangen. Ook in deze herfstvakantie. Radeloze, wanhopige burgers over alle grenzen heen die een veilig heenkomen zoeken. Volledig plat gebombardeerde wijken. Gijzelaars. Angst. Woede. Verdriet. Wanhoop. Kinderen in Amsterdam die niet meer naar school durven, omdat ze joods zijn. Kinderen in de Gazastrook waarvan het schoolgebouw er niet eens meer is. Kinderen die niet meer leren samen op te groeien, samen aan een gemeenschappelijke toekomst te werken.
Ik wens jongeren een andere toekomst. Een toekomst waarin het wel lukt om naast elkaar te bestaan. Een toekomst waarin het wel lukt om in gesprek te blijven. Een toekomst waarin zij hun palet echt kleur kunnen geven. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Zij kleuren vast beter dan wij. Volgende week doen alle docenten weer het uiterste om ze daarbij een zetje in de goede richting te geven. Met respect voor elkaar en in verbondenheid. In een vreedzamere wereld en met oog voor elkaar.
Hoe mooi zou het zijn als we dat allemaal eens gingen doen. Niet alleen hier, maar ook daar …
Piet Oosting