06 juli 2023
In ‘ons’ schoolsysteem delen we leerlingen graag in.
Dat is lekker overzichtelijk. Op leeftijd, op niveau. Dat heet dan een ‘leerstofjaarklassensysteem’.
Ook bij ons op school spreken we over eerste-, tweede-, derde- en/of vierdejaars.
Daarbinnen zitten dan nog die niveaus. Die overigens niet altijd kloppen.
Soms blijkt een leerling heel wat meer in de mars te hebben dan bij plaatsing in de brugklas werd ingeschat. Soms gaat het allemaal wat moeilijker dan gedacht.
Het kan zijn dat het in een bepaald schooljaar even niet lukt. Er gebeurt tenslotte van alles in je leven en niet alleen op school. Misschien uitgerekend in je examenjaar. Of uitgerekend in je startjaar, de brugklas. Je baalt, want misschien moet je het jaar overdoen. Of je volgt een andere weg dan je aanvankelijk gepland had.
Later blijkt dan vaak dat dat jaar helemaal niet ‘verloren’ was. Dat je er dingen van hebt geleerd. En dat het alsnog, of soms juist daardóór allemaal goed komt.
Eigenlijk is ieder jaar waarin je iets leert, een leerjaar. Of je er nu een getalletje aanhangt of niet. Dat getalletje klopt sowieso al nooit, want je begint al met leren vanaf je geboorte. Dus eigenlijk zou je bijvoorbeeld kunnen antwoorden wanneer iemand je de vraag stelt in welk leerjaar je zit: ‘In mijn vijftiende!’
Leerjaren.
We hebben weer bijna een leerjaar achter de rug. De laatste sprintjes worden getrokken. Voor sommige strijders is dat nog een flink laatste rechte eind, met hobbels en horden.
Ik was laatst even in de gang gaan zitten om de laatste toets van de toetsweek na te kijken. De meeste lokalen waren bezet en in de personeelskamer was het me te warm. Bij de kopieermachine, boven, op de ‘omloop’ rond de aula staat een tafel met vier stoelen. Vaak zitten er wat leerlingen, al dan niet met een docent. Iets afmaken, een gesprekje voeren. Ik zit er ook graag. Je hoort het ‘leven’ van de school tijdens de pauzes en de volksverhuizing die ‘leswisseling’ heet, trekt in een paar minuten aan je voorbij. Daarna wordt het weer stil.
In dit geval bleef een deel van die rondtrekkende puberkaravaan bij mijn tafel hangen. ‘Meneer, dat is onze toets! Hebt u de mijne al nagekeken? Wat denkt u dat ik voor cijfer heb? Ik heb er een goed gevoel over hoor! Wanneer denkt u dat de cijfers erop staan?’ Eén van de heren neemt plaats áchter me en begint mijn schouders te masseren. Eén van de dames begint het lachend te filmen. Ik wil niet weten waar dat terecht gaat komen, maar ergens in mijn achterhoofd klinkt even het geluid van een klok. ‘TikTok’.
De fitboy van de groep, die altijd graag zijn spierballen vergelijkt met de mijne, pakt mijn pen, die ik inmiddels heb neergelegd. ‘Meneer, u hebt echt goeie armen van het surfen, maar uit onderzoek blijkt dat déze beweging (hij zet een krul op een leeg stuk papier) nog beter is voor je armspieren dan déze!’ (Nu zet hij een streep.) Je moet er maar opkomen.
De dagen daarop komt er uiteraard ook nog wat achterstallig werk binnen via Teams. ‘Meneer, wilt u deze schrijfopdracht alstublieft nog wel nakijken en mij een beetje gunnen ook al ben ik te laat? Ik heb er wel veel tijd aan besteed…! Het is inmiddels vrijdag, mijn vrije dag.
Ik antwoord toch maar even: ‘Jouw prioriteit lag destijds even ergens anders, die van mij nu ook. Ik moet eerst surfen….’
‘Snap ik, geniet van uw vrije tijd, maar als u na het weekend………?’
Ook voor docenten is ieder jaar een ‘leerjaar’. Of je nou al heel lang of nog maar net voor de klas staat. Ik neem me nog steeds ieder nieuw schooljaar voor bepaalde dingen anders te doen. En sommige dingen hetzelfde. Toen mijn directeur mij vijf jaar geleden in zo’n ‘startgesprek’ vroeg: ‘Waar hoop je over vijf jaar te staan?’, antwoordde ik: ‘Ik hoop nog steeds op m’n surfplank..!
Maar ook voor de klas…!’ En beide ‘carrièreplannen’ (nou ja…) zijn uitgekomen.
Dat gold helaas niet voor onze minister van onderwijs. Hoewel ik niet weet wat zíjn carrièreplannen precies waren. Plannen voor het onderwijs had hij genoeg in elk geval. Maar een kort lontje had hij blijkbaar óók.
Misschien had hij toch een jaartje mee moeten lopen en eens geregeld zo’n klas in moeten duiken. Goed voor je agressieregulatie. Eerst een leerjaar voor de klas en dan pas die Kamer in.
De laatste schoolweek. Er is weer veel geleerd. Door leerlingen, docenten en alle onderwijsmedewerkers. Leren doe je tenslotte van elkaar. En we zitten weer vól mooie plannen voor het nieuwe schooljaar en de jaren daarna.
We gaan nog voor een mooie diploma-uitreiking. De laatste vergaderingen, wat sport, wat afscheid.
We duimen voor de herkansers. En mocht het nu niet lukken, dan lukt het later. Ook jouw jaar was een leerjaar. Minstens je vijftiende of zestiende. Het komt goed!
Een groep vierdejaars neemt afscheid. Een groep eerstejaars kwam al weer kennismaken.
Zo gaat het en zo hoort het. Het moet bewegen, golven.
Ik wens iedereen een fijne, ontspannen vakantie, zonder laadpaalstress.
Wat?
Ja, ik eindig toch weer met een nieuw woord. Ik hoorde het pas.
Laadpaalstress. Mensen die nu al stress hebben bij het plannen van hun autovakantieroute, omdat er misschien te weinig laadpalen zijn onderweg. Of omdat je uren in de rij staat bij die ene paal in dat Franse dorpje.
Maar hey! Je kan natuurlijk ook, zoals twee Nederlandse jongens deden, op een tweedehands tandem met núl voorbereiding naar Marokko fietsen!
Drieduizend kilometer en 140.000 volgers op TikTok!
Geen laadpaalstress, alleen zadelpijn.
En reken maar dat je onderweg minstens zoveel leert als in één leerjaarlaag op school…
Nou ja, wat je ook doet, laat de komende vakantie jouw laadpaal zijn.
Laad jezelf lekker op. Wel met een ‘d’.
Met een ‘t’ kan het ook hoor.
Maar dan moet je aan een vlieger gaan hangen.
Bert Jansen
Docent VC Twello