06 april 2023

Tasjesdief

Ooit was er een tijd waarin zowel leerlingen als docenten met een keurig gevuld broodtrommeltje naar school gingen. Met al dan niet zelf gesmeerde boterhammen. Ik kan me herinneren van mijn tijd als leerling op de basisschool dat mijn moeder bruine boterhammen voor me smeerde met roggebrood en kaas. Dat was natuurlijk gezond (tenminste, dat vonden we toen, maar ook kaas dreigde laatst al uit De Schijf Van Vijf geknikkerd te worden), maar ik vond het ook heel lekker.

Mijn beste vriendje had daarentegen altijd witbrood bij zich, besmeerd met roomboter en belegd met (witte) suiker! Zijn ouders verkochten snoep, cake en brood op de markt en dan kijk je niet op een korreltje zoet meer of minder. Standaard ruilden wij één keer per week onze boterhammen en genoten we van de lunch van de ander, gemaakt door die ándere moeder. Toch nog wat variatie….

Op de middelbare school werd mijn broodtrommel wel echt een gamechanger, want dat dikke vierkante ding maakte vaak dat mijn schooltas (zo’n lederen geval met voorkleppen en een draaghengsel, oh nostalgie) nét niet dicht wilde. Maar ja, op school was nou ook niet een rijkbedeelde kantine aanwezig en de stad en het winkelcentrum waren echt te ver van daar en het kostte maar geld en dat had je niet of nauwelijks.

Tegenwoordig zijn er ruim voldoende redenen om je eten niet vanaf huis mee te zeulen, maar in de pauze de kantine te bezoeken, of even naar de supermarkt aan de overkant van de weg te lopen. Je hebt je eigen pinpas én een bijbaantje, dus ‘travel light and don’t worry’.

Zelf bespaar ik me ook de tijd van het uitgebreid klaarmaken van een lunch voordat ik naar m’n werk ga, hoewel ik wel vanaf thuis mijn vaste bakje kwark uit de koelkast haal. Maar regelmatig vergeet ik dat of is het er niet meer en land ik voor schooltijd of in een tussenuur of pauze óók even bij de supermarkt. Gebeurt het in een pauze, dan is minstens driekwart van de winkel gevuld met leerling en zo’n leerling geeft dan, zeker in groepsverband, graag even z’n visie op mijn boodschappen.

‘Zo meneer, goed bezig hoor!’ ‘Gezond kwarkje gescoord?’ ‘Aaaaarghhhh! Kun je dat drinken?’ In het laatste geval gaat het dan om zo’n vers geperst groentesapje met o.a. spinazie, avocado, limoen en munt.

Bij de zelfscankassa’s staat tijdens zo’n pauze veel ‘blauw’ om te kijken of de leerlingen wel alles scannen en om de zoveel klanten gaat er zo’n controlelampje branden en wordt er een steekproef gehouden. Ik weet trouwens waar dat woord vandaan komt, steekproef, want je voelt dan inderdaad zo’n steek in je maag, want stel je voor dat jij uitgerekend nú één productje hebt vergeten te scannen…

Vorige week had ik weer eens vergeten iets van huis mee te nemen en besloot ik vóór m’n eerste les maar weer snel te gezondshoppen bij die bekende dichtstbijzijnde super. En als je dan eenmaal binnen bent, ga je toch weer tevéél meenemen, ook maar alvast voor de volgende dag en besluit je dat je ook wel een plastic tas nodig gaat hebben.

Terwijl ik met mijn armen vol gezonde dingen (winkelmandje? Ik wilde alleen maar één bakje kw…) de laatste meters richting de zelfscankassa afleg, zie ik twee winkelmedewerkers naar mij kijken en vervolgens een soort blik van verstandhouding met elkaar wisselen. Ik ben daar gevoelig voor en zag ook dat het deze keer niet was van: ‘Dat is die docent van VC Twello’, of: ‘Dat is die man van die columns’, nee, het voelde anders.

Ik pakte zo’n plastic tasje van het rek náást de scanner (handig! dáár was over nagedacht!), scande mijn boodschappen, deed ze in die tas en rekende af. Toen werd ik op mijn schouder getikt. In mijn hoofd hoorde ik iemand roepen: ‘Aháááá’ , maar dat kwam misschien omdat dat ook op m’n plastic tasje stond.

Eén van de medewerkers van de blik van verstandhouding vroeg heel vriendelijk of ze even mijn bonnetje mocht checken. Er brandde geen lampje. Toch voelde ik zo’n steek(proef) door m’n lijf gaan.

‘Ja, ik dacht het al. U hebt uw tasje niet afgerekend. Dat gebeurde vorige week ook al, maar toen liep u al weg….’

Ik voelde me van de ene op de andere seconde gereduceerd (verlaagd in prijs is dat) van docent en columnist tot tasjesdief. Winkeldief! Crimineel! Ook het woord ‘zelfscankassa’ kreeg opeens z’n echte betekenis, want IK werd gescand! Alsof ik voor een röntgenapparaat stond! Naakt!

Ik verontschuldigde me in alle talen, nou ja, vooral Engels en Nederlands (‘Oooooh! F*#%K! Het spijt me! Echt! Wat dom! Sorry!’) en rekende uiteraard alsnog het plastic tasje af. De medewerker was trouwens heel aardig en zei dat dat kon gebeuren, maar dat ze momenteel vaak tasjes tekort kwamen, tenminste, dat het aantal dan niet overeenkwam met wat er betaald had moeten zijn. En dat ze er dus extra op letten.

Ik begreep nu de blik van verstandhouding. Daar heb je ‘m…even opletten of ie wéér…

En ja hoor.

Sukkel.

Met de staart, in dit geval de tas tussen de benen droop ik af.

Jongens en meisjes, succes met de toetsweek. Zorg dat je goed en gezond eet!

En koop je dat eten bij de supermarkt, vergeet dan niet…

Oh nee, jullie kopen natuurlijk niet zo’n plastic tasje. Helemaal niet cool. En slecht voor het milieu ook nog eens.

Ik ga morgenochtend weer zelf boterhammen smeren.

Eén bruine, met roggebrood en kaas.

En één witte, met roomboter en witte suiker.

Net als vroeger.

Want toen was alles beter!

Bert Jansen
Docent VC Twello