01 december 2022

Regenboogspanning

Net nu we eindelijk weer eens de wintermaanden in lijken te gaan zónder lockdown, komt er vanuit één van de regeringspartijen het voorstel voor een ‘phone-down’, oftewel het definitief verbieden van mobieltjes in de klas. Is het echt nodig dit wettelijk vast te leggen?

Los van de discussie of je die alom aanwezige vergroeiing van de rechter-of linkerhand in je klaslokaal wilt, is het toch wel erg betuttelend wat mij betreft. Ik denk dat scholen prima in staat zijn om zelf te bepalen hoe ze daar mee omgaan. Beginnen we met een keer per week een mobiel-loze pauze. Kijken wat er gebeurt. Misschien gaan leerlingen échte gesprekken voeren, of komen er wat bord-of kaartspelletjes tevoorschijn. Interessant project. Je kan natuurlijk heel  leuke en nuttige dingen doen met een mobiele telefoon in de les. Maar ook dan kan een docent prima zelf bepalen wanneer en hoe dat gebeurt.

Zelfs op onze erg gezellige en drukbezochte Open Dag nam de ‘handy’ een prominente plek in. Midden in de aula stond een zogenaamde 360 graden video booth, waarin een mobieltje werd geplaatst. Bezoekende leerlingen konden plaatsnemen op een ronde plaat, waarna de telefoon een paar rondjes rondom jou draaide. Je leven draaide dus even niet om jouw mobieltje, maar je mobieltje om jou…

Het resultaat was een grappig filmpje, met natuurlijk een banner van onze school erachter en wat muziek eronder. Je wilt toch iets extra’s doen om je bezoekers te prikkelen. Ook in het lokaal waar Sport Plus zich presenteerde was rekening gehouden met de actualiteit. Want tja, wie gaat er nu precíes z’n Open Dag houden op het moment dat het Nederlands elftal een wedstrijd speelt in Qatar? Nou…wij! Daarom was er voor de voetbalfans op die plek de gelegenheid de tweede helft van de wedstrijd te volgen op een groot smartboard. Toch bleef niemand daar echt ‘hangen’. Er waren heel wat leerzamere en leukere dingen te zien in ons gebouw dan die wedstrijd.

Onze Open Dag was bovendien een stuk swingender en kleuriger dan dat voetbal. Daar schrikken ze nog wel eens van ‘kleur bekennen’ en krijg je nota bene een gele kaart wanneer je een aanvoerdersband met regenboogkleuren draagt.

Op een school voor v.o. in Winterswijk was men nogal in de war van het idee om de trap(pen) in regenboogkleuren te schilderen. Veel leerlingen namen de ándere trap, totdat die ook…Ouders kwamen zelfs in opstand.

Vanwaar toch die angst? Met een armband uitdragen dat voetbal verbindt en dat discriminatie, in welke vorm dan ook, not done is, is blijkbaar bedreigender dan accepteren dat een volle tribune keihard ‘Homóóóó!’ schreeuwt naar de scheidsrechter, oerwoudgeluiden maakt wanneer een donkere speler aan de bal is (alleen die van de tegenpartij uiteraard), of in koor zingt dat de moeder van een bepaalde speler het oudste beroep ter wereld heeft.

En zo’n regenboogtrap? Vrolijker kun je bijna niet naar je les gaan, zou ik denken. En wanneer je daar ook nog mee uitdraagt dat je niet discrimineert, dat mensen voor jou even waardevol zijn, nou, mooi meegenomen. Dat is dan misschien die pot met goud die je aan het eind van een regenboog(trap)  schijnt te kunnen vinden, maar die nog nooit iemand écht heeft ontdekt.

Ons gebouw is gelukkig sowieso al zeer kleurrijk. Die kleuren hebben iets te maken met de vakken die gegeven worden. Voeg je ze samen, dan kom je al aardig in de richting van een regenboog. Daar mogen jouw kleuren ook nog bij.

Op vrijdag 9 december is het weer Paarse Vrijdag. Ieder jaar ‘doen we daar iets aan’ bij ons op school. Letterlijk, door iets regenboog-of paarskleurigs te dragen, als je dat wilt, en figuurlijk, door het er weer eens over te hebben. Wáárover? Over dat niet iedereen hetzelfde is. En dat het leven van een heleboel mensen een stuk fijner zou zijn wanneer we dat gewoon accepteren, réspecteren.

Kleine moeite, groot plezier, toch?

Ik keek met een paar klassen maatschappijleer een (oude) aflevering van het programma ‘Uit de kast’, waarin een jongen aan onder andere zijn voetbalteam ging vertellen dat hij op jongens viel. Je zou denken: als er érgens een plek is, waar dat moeilijk zal zijn, dan is het dáár….

Tot verbazing van hemzelf én mijn kijkende klassen kreeg hij, in de kleedkamer, na een heel korte stilte, een spontaan applaus. Iedereen vond het dapper, stoer, dat hij het vertelde. Eéntje kon het eerst niet geloven. Had nog even ‘tijd nodig’ om aan het idee te wennen. Hij had namelijk in een eerder stukje gezegd, dat hij gay mensen ‘een ander soort mensen’ vond waar hij niet mee wilde omgaan.  Nu ontdekte hij dat hij al jaren bevriend was en omging met zo’n ‘ander soort mens’. Zelf was de jongen die uit de kast kwam, enorm opgelucht. Hij hoefde niet meer ‘net te doen alsof’. Gaf zelfs aan dat hij het geen probleem vond wanneer ze soms nog ‘foute grappen’ bleven maken. Maar ik denk dat dat daarna bijna niet meer gebeurd is. Want ze realiseerden zich nu dat ze dat al die tijd hadden gedaan in het bijzijn van iemand die rondliep met bepaalde gevoelens. En daar niets van durfde te zeggen.

Je weet het meestal niet. Het kan een klasgenoot zijn. Die je ongemerkt pijn doet met een bepaalde opmerking.
Kijk maar wat je doet op Paarse Vrijdag. Niks moet, een heleboel mag. En het moet ook niet van die ene dag afhangen.

Of van een aanvoerdersbandje op een W.K.

Of van een regenboogtrap.

Een regenboog verschijnt wanneer er tegelijkertijd regen én zon is. Vaak maken mensen er een foto van. Omdat ze het zo mooi vinden.

Veel jonge mensen lopen in de regen met hun gevoelens.

Misschien kun jij dat beetje zon zijn dat op die druppels schijnt. En zo een regenboog maken voor iemand anders.
Je hebt er niet eens verf voor nodig!

Bert Jansen
Docent VC Twello