15 april 2021
Het is donderdag, 11.30 uur.
Ik start een online les maatschappijleer. De eerste gezichten verschijnen in beeld. Het duurt altijd even voordat iedereen ‘binnen’ is. We hebben maar een half uurtje, maar ze hadden hiervoor al een andere les, ik ook, en je moet ook even ‘schakeltijd’ hebben. Maar even kletsen over een outfit, een nieuwe ‘hairdo’, een creatieve achtergrond, of een systeemplafond (sommige leerlingen hebben moeite de camera van hun laptop echt op zichzelf te richten) en de eerste vijf minuten zijn alweer voorbij. Gauw beginnen.
Paar dingen uit het nieuws (stof genoeg in deze dagen) en dan verder met een nieuwe paragraaf. We hebben het nog steeds over ‘De Media’ en deze keer komt het fenomeen ‘reclame’ voorbij. Ik deel mijn scherm, open de powerpoint en begin met de uitleg. Soms even onderbroken door een vraag, waarop ik het antwoord in de chat zie verschijnen. Dan moet ik wel even ‘uit de dia’, anders zie ik mijn leerlingen niet meer. Ik noem een paar reclamedeuntjes of slogans en zij zeggen welk product of welke winkel erbij hoort. Ik fluit het wijsje van ‘Steeds verrassend, altijd voordelig’. Ik check de chat weer even. Kruidvat! De eerste tien antwoorden staan al onder elkaar. Ik ga weer verder met de dia’s. Ik leg wat uit over de Mediawet. Ik stel nog eens een vraag en wil weer even terug naar het scherm met de leerlingen en de chat.
Weg.
Alsof je kind in een drukke supermarkt opeens is verdwenen en onvindbaar blijkt. En dat x25.
Ik ben gewoon uit Teams geknikkerd, misschien een internetprobleempje. Nooit eerder gehad, maar het kan. Ik log snel opnieuw in en zie tot mijn opluchting dat het maar een minuut of drie heeft geduurd. Maar in de chat was het natuurlijk onmiddellijk besproken.
11.49. Leerling J: daar ging meneer (hoofdletters en interpunctie, daar doe je niet aan in de chat.)
11.50. Leerling B: echt zo
11.51. Leerling W: mag je weg/of niet
11.51. Leerling D: nee/vast niet
11.51. Leerling W: hoezo hij wel
11.52. Leerling D: 😊 (maar dan die smiley met tranen van het lachen)
11.52. Docent: I’M BAAAAAAACK!!!!
Ik was nog net op tijd om de les gewoon af te maken. En toen ging meneer écht.
In het weekend keek ik een toets voor Nederlands na. Klas 3-havo had er eentje in de toetsweek.
Eén van de vragen luidde: a) ‘Wat is de juiste spelling, meeëter of mee-eter?’ b) Beargumenteer je antwoord. Het moest ‘mee-eter’ zijn, omdat je in een samenstelling, behalve bij telwoorden, bij klinkerbotsing een liggend streepje gebruikt.
Een leerling koos de juiste spelling en gaf als argument:
‘Het is lastig om dit antwoord te beargumenteren. Het is mee-eter, want zo schrijven we dat in Nederland. Ik woon zelf al 15 jaar in dit mooie kikkerlandje. In die 15 jaar heb ik met mijn eigen ogen gezien dat het mee-eter is. Al sinds de basisschool heb ik Nederlands als vak, daardoor weet ik hoe ik dit woord op de correcte Nederlandse manier kan spellen. Mijn conclusie is dat het mee-eter is, omdat het de Nederlandse manier is en wat ben ik trots op ons land met de mooiste taal van de wereld.’
Ik heb hem sowieso maar beloond met een vermelding op de FB-pagina ‘Leraar Nederlands’, waarvan ik lid ben. Hij kreeg over de honderd likes en waardering voor z’n creatieve argumenten.
Een enkeling zei: ‘Helaas, fout antwoord, nul punten.’ Ja, bij een examen wel, vrees ik, en daar zal ik hem ook zeker voor waarschuwen, maar hey, je hebt ook nog zoiets als ‘goed fout’. Ik zag daarover zelfs een nieuw programma de afgelopen week, mét die titel.
Een goed fout antwoord geven is ook een kwaliteit.
Je kunt er zó de politiek mee in…!
Meer lezen? Hier vind je alle columns van Bert Jansen.