18 maart 2021
Ons leven zit er vol mee: keuzes maken. Heb je daar moeite mee, dan ben je nog niet klaar. Letterlijk én figuurlijk, want je doet er dan ook langer over. Toen mijn beide dochters nog écht jong waren bleken ze wat het onderwerp ‘kiezen’ betreft, heel verschillend te zijn. Mochten ze iets uitkiezen, dan wist de één direct wat ze wilde. ‘Die!’ Klaar. De ander kon eindeloos twijfelen tussen twee knuffels, shirts, of wat dan ook. Want die andere was óók zo leuk, of lief. Je kan er maar mee opgescheept zitten, trekjes van je vader.
Veel leerlingen van groep acht maken momenteel de keuze voor een nieuwe school. Dit jaar moeilijker dan ooit, want een écht Open Huis konden we niet houden.
Toch lukte het via creatieve digitale oplossingen toch om een alternatief te bedenken. En het aantal al aangemelde leerlingen lijkt er gelukkig niet minder om. Een Grote Keuze, zo’n nieuwe school. En op die ándere school vond je óók vast een aantal dingen erg leuk. Wikken en wegen. ‘You choose some, you lose some’. Hoewel het ook voor sommige achtstegroepers niet moeilijk kiezen is.
‘Die!’ Klaar.
En dan maar hopen dat je tegen die tijd ook weer écht ‘gewoon’ naar school kan, zonder al die beperkingen.
Ook daarin moesten wij als school voor de komende periode keuzes maken. Het sociale aspect was belangrijk. Maar de lesstof bijhouden óók. We hebben, denk ik, een mooie tussenweg gevonden. Duidelijk was dat leerlingen én docenten erg blij waren dat het weer kon. Zo hielden we met het project ‘ode aan de kunst’ een flinke wandeling door Twello, op zoek naar uitingen van kunst. Onderweg lekker kletsen met elkaar. Kunstwerken bekijken. Er iets van vinden. Het zelf uitbeelden. Halverwege een ijsje. Dat paste al lang niet meer bij de temperatuur, maar wel bij de vrolijke stemming. Eén kunstwerk stond voor een basisschool. Die school was ingeseind door een collega. En dus zaten er een paar groep 8’ers buiten om vragen te stellen aan ónze brugklassers. ‘Wat mis je het meest van de basisschool?’ Eén van de brugklassers uit mijn groepje gaf géén antwoord, maar jumpte over het hek om te gaan meevoetballen met de groep 8’ers. Is óók een antwoord! You win some, you lose some…
Leerlingen die wat extra hulp of uitleg nodig hebben voor een bepaald vak kunnen zich inschrijven voor onze ‘maatwerk-uren’. We willen het liefst dat ze dat zélf doen, dat inschrijven. En zo vond ik mijzelf zo’n eerste les in een lokaal met zes leerlingen uit hetzelfde leerjaar, maar uit verschillende klassen, al dan niet door de mentor met zachte dwang geadviseerd en met verschillende ‘hulpvragen’. Twee die zich niet konden concentreren op het lezen van langere teksten. Eén met een lichte achterstand in het ontleden van zinnen. Een ander met woordenschat en spelling als speerpunt. Eentje met moeite met begrijpend lezen. Begrijpelijk. Weer een ander met sowieso een aversie tegen lezen.
Ik besloot voor deze eerste les een aantal vliegen (lees: leerlingen) in één klap te slaan (figúúrlijk, natúúrljk!). Ik had vorig jaar een klassenset van de, nog steeds actuele, klassieker ‘Koning van Katoren’ van Jan Terlouw besteld. Ik deelde ze uit. Ik hou erg van voorlezen en begon. Af en toe stopte ik even. Om een vraag te stellen over de tekst. Er kwamen mooie gesprekken uit. Soms schreef ik de laatste zin op het bord. Even samen ontleden. Soms vroeg ik om uitleg waarom een woord zó geschreven was. Leesbeurten voor degenen die zelf ook wel een stuk wilden voorlezen. Maar wel vrijwillig. Na bijna anderhalf uur les ging het boek dicht. Ik complimenteerde ze voor hun betrokkenheid en aandacht. Eén leerling was helemaal verbaasd over zichzelf. Ze had de hele les meegeluisterd, meegelezen, meegedacht. Ze besefte ook dat de setting van slechts zes leerlingen meehielp. Een klasgenoot merkte op dat dit de eerste keer was dat hij het leuk vond om tijdens de les een boek te lezen. Ik geef dit compliment graag door aan meneer Terlouw. Wanneer je in 1971 (!) een boek schrijft dat in 2021, middenin een pandemie, nog steeds boeiend én actueel is, tja, dan kun je wel schrijven…
Deze week mogen we (bijna) allemaal weer kiezen. De één weet direct voor welke partij.
‘Die!’ Klaar. De ander twijfelt eindeloos. Zweeft. Daar hebben we dan weer kieswijzers voor. Ik deed er eentje bij mijn klassen maatschappijleer. In de chat verscheen de eerste uitslag van een leerling.
‘Meneer! Waarom nou? 50-Plus! Hoe dan? Ik ben 15!!’
Tja, met kiezen zul je áltijd iets verliezen.
Misschien wel je jeugd.