16 december 2020

Faith

En het geschiedde in die dagen dat er een bevel uitging vanwege keizer Hugo, dat het gehele volk zich moest laten vaccineren, ieder in zijn of haar geboorteplaats. Ook docent Elbert ging op reis met zijn Syrische vrouw Jenna, een verpleegster, die zwanger was. Elbert was geboren in Den Haag en Jenna in Aleppo, maar zij mocht ook naar Den Haag. Ze vertrokken te voet vanuit Deventer en liepen in een lange stoet over de brug. Treinen reden er niet, er werd gestaakt. De keizer had de volgorde bepaald waarin er gevaccineerd werd. Vandaag was het de beurt aan verplegend personeel en docenten. Ze liepen door het dorpje Twello langs een school voor voortgezet onderwijs. Overal hingen leerlingen uit de ramen. Ze schreeuwden: ‘Help! Laat ons eruit! We zijn opgesloten!’ Dat was waar. De minister van onderwijs had bepaald dat tijdens de vaccinatie van docenten de leerlingen tóch naar school moesten. De conciërge had opdracht gekregen de deuren achter hen te sluiten. Alles beter dan op straat hangen in groepen, of leerachterstanden oplopen. Of vereenzamen. Elbert keek omhoog. ‘Hou nog even vol!’, riep hij bemoedigend. ‘Het is maar voor een dagje! Maak er een feestje van!’ Maar de eersten lieten zich al via aan elkaar geknoopte jassen uit het raam zakken.

Jenna werd moe. Gelukkig kwam er een boer voorbij, met een trekker en aanhanger, op weg naar demonstratie nummer veertien, op het Malieveld. Even later zaten ze, onder een oud wollen dekentje, hobbelend achter in de wagen. Onderweg ging de wereld voor hen open. Overal werd gedemonstreerd. Door boeren, klimaatactivisten, klimaatontkénners, anti-coronamaatregelactivisten, café-eigenaren, prikvertikkers, ontsnapte leerlingen.

Er was vuurwerk. Overal hingen spandoeken.  Jenna las de teksten hardop. ‘Moet het niet ‘Life matters’ zijn?’, vroeg ze haar man. ‘Wanneer we dát allemaal zouden vinden, zouden veel van die spandoeken niet nodig zijn misschien…..’ Ja, Jenna wist nog hoe het voelde wanneer anderen doen alsof jouw leven er niet toe doet. Ze reden langs een veld met een groep herders, die liggend in het gras, hun schapen bewaakten. Mondkapjes van wol. ‘Horen jullie al engelen zingen?’, vroeg Elbert lachend. Het was bijna Kerst. ‘Nee!’, zei een van de herders. ‘Dat mogen ze niet! De aerosolen zouden op ons kunnen neerdalen….!’ ‘Misschien daalt er binnenkort een réddende engel neer, houd moed!’, zei Elbert. Twee herders renden mee en klommen ook in de wagen.

Inmiddels was de trekker dwars door de Flevopolder gereden en daar lag aan hun voeten het IJsselmeer. De boer wilde niet verder, hij had onderweg coronagerelateerde klachten gekregen en was daardoor ook verkeerd gereden. ‘Pak de boot vanaf hier naar Amsterdam en lift naar Den Haag!’, zei hij. ‘Sterkte verder!’ Toevallig vertrok er juist vanuit Almere een laatste stoomboot met een laatste Fake-sint en twee pieten. Ze wilden zich in Amsterdam laten omscholen. ‘Vaar maar mee, als je tenminste tegen varen kan…!’, zei de kapitein. Jenna knipoogde naar haar geliefde. Ze had wel in heel andere bootjes gevaren. Zónder kapitein. Haar kreeg je niet meer bang.

Aan boord waren ook drie virologen uit het oosten, die gehoord hadden dat er in Den Haag een kind geboren zou worden dat van nature immuun zou zijn voor álle ziekten. Het zou in de sterren hebben gestaan. ‘Lijkt me fakenieuws’, lachte Elbert. ‘Jullie kijken teveel op social media!’

Na een lange en vermoeiende reis kwam het tweetal, mét de drie virologen eindelijk via Amsterdam liftend in Den Haag aan. Ze verdwaalden en belandden op een plein. Jenna kromp ineen. ‘Elbert, de baby komt!’

Er kwam een man aanfietsen. ‘Kom gauw, ik heb een kamer vrij. Een torentje!’ Hij stelde zich voor als Mark en hielp ze naar boven. En daar, in het bijzijn van de drie virologen, de twee meegereisde herders, en Marks cavia, die hij daar in een kooitje hield, baarde Jenna een dochter.

Ze noemden haar: Faith.

‘Wil je haar ter adoptie aanbieden?’, vroeg één van de virologen.

‘No way’, antwoordde Jenna. ‘I’ve always had Faith…and I will always keep Faith..!

Ineens begrepen ze het. Mark deed het torenraampje open en keek met Elbert naar buiten. Het was kerstnacht geworden. Eén felle ster scheen haar licht over de Hofvijver. Het water rimpelde zacht. Morgen vaccineren. Alles zou vanaf nu beter worden. Er klonk gezang, als van engelen:

‘A very merry Christmas, and a happy New Year’

Let’s hope it’s a good one, without any fear…’

Keep the faith!