24 september 2020
We gingen met alle brugklassen naar de bioscoop in Deventer om de (Franstalige) film ‘Le Nouveau’ te bekijken, in het kader van het project ‘Dit ben ik’.
Die film gaat over in een klas komen waar je nog niemand kent. Over bedenken en ontdekken wat vriendschap voor jou is. Over verliefd worden. Dealen met je verlegenheid. Opkomen voor jezelf. Kortom, best herkenbaar voor onze eerstejaars. En een erg grappige film ook nog eens.
Wanneer je met derde- of vierdejaars bij de bioscoop afspreekt, fietsen ze er volkomen relaxed naartoe en zijn ze, wanneer het meezit, precies op tijd. Spreek je met eerstejaars een tijd af, dan kun je als docent maar beter zorgen dat je er een half uur eerder bent. Onze bruggers mochten na de kleine pauze weg, maar vertrokken natuurlijk massaal al IN die pauze. Ik liep dus bijtijds naar mijn auto om de meute voor te zijn en te zorgen dat ze niet als een kudde vrijgelaten brugbizons naar binnen zouden stormen. Vlak bij mijn auto stond één leerling met z’n fiets te wachten.
Alleen.
‘Meneer, weet u of mijn klas al weg is?’ ‘ ’In welke klas zit je?’ Hij vertelde het me. ‘Zouden jullie samen fietsen?’ ‘Ja…’ ‘Hoe komt het dat je ze nu al kwijt bent dan?’ ‘Ik moest nog even naar de wc en toen waren ze weg…’ Dat dus. Net als in de film.
Ik zag een groepje meiden uit een andere brugklas het fietsenhok uit komen. ‘Mag hij wel met jullie meefietsen?’ Maar natuurlijk mocht dat. Eentje wist zelfs zijn naam. ‘Fiets maar achter ons aan hoor! Komt goed!’ Nog licht verontrust, maar ook opgelucht met deze aanwinst van zes nieuwe moeders liet hij zich in het wiel van de achterste meevoeren.
Nu moest ik wel snel zijn. Onderweg passeerde ik slierten uitbundige bruggers die mijn goede raad om met niet meer dan twee personen naast elkaar te fietsen vrolijk in de (die dag zwakke) wind sloegen. Op de Wilhelminabrug haalde ik met moeite de kopgroep in. Zij leken er een tijdrit van te hebben gemaakt met als einddoel weliswaar niet Parijs, maar wel Vue Cinema. Ze doken op het grootste ‘blad’ de afdaling in en ik hoopte maar dat ik mét parkeren erbij eerder bij de deur van de bios zou zijn.
Nee dus. Op het Boreelplein stond een klein groepje leerlingen keurig bij elkaar te wachten, maar een gemeentewerker in een geel hesje op zo’n bezemwagen keek me lachend aan en zei: ‘Ze zijn al naar binnen hoor! Ik denk dat de popcorn al op is…!’
Ik rende de schuifdeuren door (die openden vanzelf, ja, dat is dan natuurlijk eigen schuld van de bios he?) en zag nog net een sliert de roltrap op naar boven schuiven. Een flink lange roltrap, gelukkig. Ik was nog op tijd om de etappewinnaars met kalme, doch dwingende tekst naar beneden te loodsen. Schuldbewust zetten ze weer de afdaling in. ‘Maar w.. we dachten…’ Je kan niet boos op ze worden. Even later stond iedereen keurig voor de deur op het plein. De gemeentewerker stond er nog met z’n kar. ‘Kijk!’…zei ik,…’Alles naar buiten geveegd…en dat zónder bezemwagen!’ Hij kon er goed om lachen. Na de film waren de leerlingen vrij en wilde ik nog even de stad in lopen, naar mijn favoriete platenzaakjes. (Ik woon in Apeldoorn, maar heb een buitenechtelijke relatie met Deventer.) Nog op het plein, ter hoogte van La Place, zat een leerling op z’n knieën met z’n fiets ondersteboven naast hem. Ketting vast tussen twee tandwielplaten. Geen gereedschap voorhanden, dus hij liep even eerdergenoemde eetgelegenheid binnen om een tang te vragen. Een heel erg aardige medewerkster kwam twee minuten later naar buiten met maar liefst een heel krat vol gereedschap en begon zelf mee te helpen om die letterlijk en figuurlijk verdraaide ketting los te wrikken! We probeerden het alle drie en uiteindelijk (na drie maten schroevendraaiers en vier soorten tangen) schoot hij los en kon de betreffende leerling de ketting weer op het juiste tandwiel leggen. We bedankten de reddende engel hartelijk. Vive La Place! Ik duwde de leerling aan zoals een mécanicien na een bandenwissel in de Alpe d’Huez en vervolgde mijn weg. ‘Hey meneer Jansen!’ Ik draaide me om en daar stonden twee oud-leerlingen van een aantal jaren terug. Jongen en meisje, inmiddels een stelletje en mooier bij elkaar passend dan ik destijds ooit voor mogelijk had gehouden. Leuk gesprek over wat ze nu deden en hoe één van de twee zo veranderd was. Hartelijk afscheid. Snelwandelend scoorde ik nog wat cd’tjes. En scheurde daarna als een ploegleider (armpje uit raam!) weer richting school.
Net op tijd voor de vergadering.
Timemanagement is soms een hele Tour.