25 juni 2020
‘Jij verdient een standbeeld!’
Het zal maar tegen je gezegd worden. Dan heb je blijkbaar iets indrukwekkends gedaan.
In de meeste gevallen blijft het (gelukkig) bij die vleiende uitspraak. Het zal je toch gebeuren dat een beeldhouwer daadwerkelijk los is gegaan en een maand later er een levensgrote versie van jouzelf op het dorpsplein is geplaatst. Vervaardigd van marmer, graniet, of brons. Met zo’n mooie tekstplaat eronder, waar voorbijgangers dan op kunnen lezen wie je bent en wát jij deed om dit te verdienen.
Wanneer iedereen van ons tegen wie bovenstaande zin een keer is uitgesproken, daadwerkelijk een standbeeld had gekregen, stond Nederland er vol mee.
Dat is dus niet zo, maar toch staan er heel wat. Van krijgshelden, muzikanten, sporters, acteurs, politici, verzetshelden, wereldleiders. Vaak lopen we er achteloos langs. Soms lezen we wie dat is of was en wat diegene deed om het recht te verdienen hoog boven jóu uit te torenen. Vaak ook nog eens te paard en ‘te zwaard’.
De afgelopen tijd leek er een soort nieuwe beeldenstorm uit te breken. Op verschillende plaatsen in de wereld werden beelden van tot kort hiervoor als ‘helden’ beschouwde personen van hun sokkel getrokken, in de rivier gegooid, beklad, vernield. Een aantal beelden werd uit voorzorg alvast maar extra bewaakt, tijdelijk verplaatst of ingepakt.
Het lijkt alsof er een nieuw besef is ingetreden. Terwijl we massaal ‘nieuwe helden’ die we met name in de coronatijd (waar we nog lang niet uit zijn), vereerden en vereren, vielen ‘oude helden’ genadeloos van hun voetstuk. Al dan niet een handje geholpen door een woedende menigte.
Dat een voormalig slavenhandelaar, die ooit duizenden slaven vervoerde, maar later van het verdiende geld veel aan goede doelen gaf, niet (meer) als een held wordt gezien, is niet zo gek lijkt me. Maar waar ligt de grens? Wie verdient een sokkel en wie is een sukkel? En noemen we een sokkel waarop een persoon werd geplaatst die dat achteraf niet verdiende, vanaf nu een sökkel?
Misschien is het sowieso een slecht idee om één persoon een standbeeld te geven. Je doet er anderen vaak mee tekort. Noem een sporter waarvan je vindt dat hij of zij een standbeeld verdient en er komen onmiddellijk reacties van mensen die heel ándere helden zouden willen vereren.
Misschien moeten we een nieuw museum oprichten. We hebben natuurlijk al het ‘wassenbeeldenmuseum’, waar ongetwijfeld personen in was zijn gegoten, waarvan je je kan afvragen of je ze niet beter kan laten smelten.
Ik stel voor een museum op te richten met alle beelden waarvan we nu vinden dat ze letterlijk en figuurlijk ‘misplaatst’ zijn, maar waarvan we dan ook kunnen lezen of horen (van een gids of docent geschiedenis) waaróm dat zo is. Racisme, slavenhandel, uitbuiting (ook Nederland deed heel wat jaren aan ‘landjepik’), discriminatie.
We noemen dit: Het ‘was-een-beeld’-museum. Dus ook al half gesloopte of bekladde exemplaren mogen ertussen. Maar je krijgt er wél geschiedenisles bij. Beeld-vorming.
De afgelopen week stond een groep voetballers op tegen grappig bedoelde uitspraken in een sportprogramma. Je kan het met die voetballers eens zijn of niet, maar zij zijn een vóór-beeld voor de jeugd van nu. En wanneer je dan je mond open durft te doen, gééf je een voorbeeld. Want wie zwijgt, stemt toe.
Ik moest denken aan het filmpje dat ik ieder jaar weer laat zien bij maatschappijleer. In een park wordt een fiets met een kettingslot aan een boom gezet. Een aantal acteurs gaat één voor één het slot doorzagen. De blanke acteur krijgt geen enkele negatieve reactie, maar begrip en hulp (Bijv. van een gemeentewerker met een betonschaar.) Wanneer de eerste zwarte acteur gaat zagen, wordt er onmiddellijk gevraagd: ‘Is die fiets van jou?’ ‘Waar ben jij hier mee bezig?’ Er worden foto’s gemaakt, binnen 10 minuten is de politie er. Ieder jaar schrikken de leerlingen ervan. Je denkt dat het meevalt, maar de verhalen vertellen het omgekeerde.
Deze week verwelkomen we weer een nieuwe groep brugklassers. Op een andere manier dan we gewend zijn. Maar ook nu zullen we weer beginnen met respect, interesse, aandacht en begrip voor elkaar.
Laten we geen standbeelden meer maken voor één persoon. Wel voor groepen.
Ik vind dat álle leerlingen er eentje verdienen voor de afgelopen tijd. Maar ook alle collega’s. Mensen in de zorg. En daar ga ik al…ik ga groepen vergeten. De vergeten groepen.
Een standbeeld voor alle mensen die er allang eentje verdiend hadden, maar ‘m nooit kregen?
Sterkte de komende weken jongens en meisjes! We zijn er bijna…
Ik ga alvast dat beeld voor jullie houwen…