11 juni 2020

Hervonden vrijheid en nieuw normaal

Ik was al een keer weer naar school gereden, om iets te brengen, op een late middag.

De weg ernaartoe voelde zo vertrouwd, maar tegelijkertijd zo vreemd.

Alsof je na jaren weer eens naar het dorp en de straat rijdt waar je ooit gewoond hebt.

Auto parkeren op een bijna lege parkeerplaats, tas over de schouder gooien en langs dat mooie gebouw lopen. Tegen de deur duwen. Open. Naar binnen. Stilte. Even doorlopen. Rood-witte linten strak gespannen rond de aula, normaal het kloppende hart van de school, nu leeg, met opgestapelde stoelen. No-go area. Zoals Rotterdam na het bombardement ‘stad zonder hart’ werd genoemd, lijkt dit een school zonder hart. Pijlen op de vloer. Ik volg ze braaf, hoewel er niemand lijkt te zijn. Boven nog twee collega’s, ieder aan het online-vergaderen in eigen kantoor. Ik knik even, kom alleen een pakje brengen. Snel weer weg.

Een week later: de eerste vergadering op school. Het voelt alweer iets normaler het gebouw in te gaan. Wat ben ik blij m’n collega’s weer te zien! Er wordt onwennig gezwaaid, gelachen, geluchtkust. Koffie tappen! Op het talenplein, waar we vergaderen, staan de meubels anderhalvemeterproof. Voorzien van doekjes, spuitbusjes. Maar even later gaat het toch weer ‘gewoon’ over het enige onderwerp waar het over móet gaan: de leerlingen.

Die inmiddels alweer hun eerste onwennige stappen in onze anderhalvemeterschool hebben gezet. Er is hard nagedacht en hard gewerkt om alles volgens de regels van het ‘nieuwe normaal’ te laten verlopen. En dankzij al die geweldige collega’s en leerlingen is dat in de eerste onwennige week heel goed gelukt! Ook in die week: heel veel geslaagden! Gefeliciteerd!! Wat fijn! Persoonlijker dan met een bezoekje van mentor én wethouder kon het toch niet!

Intussen werd de wereld opgeschrikt door een nieuwe uitbraak van een ánder, veel ouder virus, dat onuitroeibaar lijkt:

Racisme.

Het maakte zóveel reacties en emoties los, dat zelfs de anderhalvemeterregel tijdens één van de demonstraties even leek te worden vergeten. Wat óók weer emoties losmaakte.

En ik dacht: hoe krijg je deze dingen bij elkaar en voorkom je dat je alleen maar boos op elkaar wordt? Hoe kunnen we zorgen dat deze dingen ons verbinden in plaats van verdelen?

Eigenlijk hebben we de afgelopen tijd allemaal ervaren hoe het is om onze vrijheid, of tenminste een flink deel ervan, kwijt te raken. Niet kunnen gaan en staan waar je wilt, mensen die in een boog om je heen lopen en je boos aankijken wanneer je iets te dichtbij komt. Jou uitschelden. Je een vreemde voelen in je eigen stad of dorp. Bang zijn de straat op te gaan. Niet met een groepje vrienden ergens kunnen hangen zonder door de politie aangesproken te worden. De reden voor die tijdelijke onvrijheid is duidelijk. Als het goed is, gaat die reden voorbij en vinden we een vaccin tegen het coronavirus. En niemand die deze situatie normaal vond…

Langzaam maar zeker zijn we onze vrijheid aan het herwinnen. Stukje bij beetje. Meter voor (anderhalve) meter.

Toch zijn er groepen mensen voor wie die onvrijheid ook ná het coronavirus zou kunnen blijven bestaan. Omdat ze nog stééds niet de straat op durven. Omdat anderen nog stééds met een boog om ze heen lopen. Ze uitschelden. Mishandelen. Letterlijk en figuurlijk laten stikken. Omdat ze nog steeds niet met een groep vrienden op straat kunnen staan, zonder weggejaagd of uitgescholden te worden.

Omdat ze zwart zijn, homoseksueel, transgender, een migratie-achtergrond hebben, of wat-dan-ook.

Wanneer we dat weer normaal blijven vinden na deze crisis, hebben we er niets van geleerd. Want we hebben allemáál de angst en onvrijheid gevoeld.

Laten we een anderhalvemetersamenleving alsjeblieft nooit normaal gaan vinden. Ook niet ‘nieuw normaal’. En laten we gauw een vaccin vinden tegen dit virus.

Maar laten we óók racisme en andere vormen van discriminatie nooit normaal gaan vinden. Ook niet ‘oud-normaal’.

En laten we gauw een vaccin vinden tegen dát virus. Of, eigenlijk is het er al. Het heet ‘liefde’ en het kan zich heel snel verspreiden en het haatvirus doden.

Je kan meehelpen door het over te dragen aan anderen. Misschien ontwikkelen we dan een wereldwijde groeps-haatimmuniteit.

En hopelijk is dát dan wat ze bedoelen met ‘het nieuwe normaal’:

Een wereld zonder discriminatie.

Jongens en meisjes, geniet van het herwinnen van je vrijheid. Van je vrienden. Van weer naar school gaan!

Want, zoals één van jullie in z’n dagboek schreef: ‘Ik wist niet wat ik had tót ik het kwijt was…!’