08 april 2020
Nog pakweg een kwartier voordat mijn online les begint. Ik wil nog even iets uitproberen en druk alvast op het camera-icoontje in het programma ‘Teams’. Mijn hoofd verschijnt voor me op m’n eigen beeldscherm. Ik realiseer me opeens dat dit een manier van lesgeven is, waarbij je keihard geconfronteerd wordt met wat leerlingen in een ‘normale’ les altijd zien.Dat hoofd van jou. Dat zie je zelf normaal gesproken niet tijdens je les. Wel tussen de vijfentwintig en dertig ándere hoofden, maar die hoofden zitten dus allemaal naar dat éne hoofd van jou te kijken. Na de eerste lessen online gingen er in de personeelsgroepsapp al licht ongeruste berichtjes rond van docenten die elkaar tips vroegen om beginnende onderkinnen en ják!-halzen te camoufleren. De tips gingen van colshirts tot en met het in een gunstige stand zetten van je beeldscherm.
Rechts in mijn beeldscherm verschijnt een tekst van een blijkbaar al ingelogde leerling. ‘Meneer, de les is toch pas over een kwartier?’
‘Klopt, wat doe je hier dan?’, had ik ongastvrij kunnen vragen. Maar de leerling in kwestie had blijkbaar een signaaltje gekregen dat de les was begonnen, omdat ik ‘er al was’. Ook weer zo’n verschil met de ‘gewone’ les. Stel je voor, je zit als docent in een leeg lokaal wat na te kijken, of start alvast je digibord op, een leerling komt even naar binnen en zegt: ‘Meneer, de les begint toch pas over een kwartier?’
De leerling in mijn online-les vroeg wél wat ik niet aan háár wilde vragen: ‘Waarom bént u er al dan?’
‘Eh…ik wilde even iets uitproberen…maar misschien had ik niet op ‘nu vergaderen’ moeten klikken…sorry!’
‘Haha, oké, tot straks dan!’
Een kwartier later druppelen de eerste leerlingen binnen. Net zoals in die lokaal-les, ze zijn er nooit allemaal tegelijk. Er moeten laatste appjes worden verstuurd, toiletten worden bezocht, boeken opgegraven.
‘Goedemorgen meneer!’ ‘Hoi!’ ‘Hallooooo!’ ‘Yooooo!’
De begroetingen in de chat zijn vaak minstens zo vrolijk als bij de deur in die klasles, of misschien scheelt het dat je hun gezicht er nu niet altijd bij ziet. Sommigen laten hun camera wijselijk uit. Een aantal plaatst bij wijze van groet een grappige GIF.
Inmiddels heb ik die spontane groeten uit de eerste lessen maar ‘verplicht’ gesteld, om zo op een simpele manier de absentie te kunnen registreren. Het snel oplopende getal bij ‘momenteel in deze vergadering’ stelt me ook gerust. Wanneer het getal dat je ‘moet hebben’ er staat, weet je genoeg.
Soms verschijnt er een bericht als: ‘Meneer, Lisa kon nog niet inloggen, maar ze probeert het zo weer!’ Mooi. Het onderlinge appverkeer gaat natuurlijk gewoon door en dat is soms ook best heel handig. De afspraak is dat de microfoons, behalve die van mij, uit blijven, tenzij jou persoonlijk iets wordt gevraagd. De eerste vragen komen al wél voorbij in de chat. Ik vraag even gericht aan drie leerlingen of ik te verstaan ben en na een driewerf ‘ja!’ in de chat kunnen we beginnen. Even vragen of iedereen gezond is, even het laatste coronanieuws én de gevolgen aangeven en dan zowaar met de leerstof aan de slag. Iemand hardop een stukje laten lezen: kán. Samen een PowerPoint of filmpje bekijken: kán. Even napraten met één of twee leerlingen die nog even iets kwijt willen of jij aan hen: kán. Soms vang je een glimp op van een gezicht in een kamer. Soms zie je alleen een profielfoto, een Ajax-logo of de initialen van de leerling. Maar we vinden elkaar.
Bij de derde les deze dag typt een leerling: ‘U bent niet meer te verstaan meneer!’ Ik kijk snel. Microfoon is gewoon aan. Nóg twee chats: ‘Nee!’
Verder blijft het stil. Ik typ: ‘Wacht even. Ik log opnieuw in!’
Ik doe niets, alleen even mijn camera uit. Dan weer aan. Ik zeg door de microfoon: ‘Hoor je me nu wél weer?’ In de chat verschijnt: ‘Nee, nog steeds niet!’
Hebbes. ‘Hoe weet je dan dat ik dit vraag?’
De smileys vliegen door het beeld. Oké, het is ook 1 april, goed geprobeerd.
Les bijna om. Nog vragen? Een enkeling. ‘Mogen we weg?’ Leuke vraag in een online les.
‘Yep!’
‘Oké, doei meneer!’ ‘Bedankt!’ (Wauw, dat hoor je ook niet na iedere ‘gewone’ les.)
‘Blijf gezond! Take care!’ Groeten en gifs. Leuk.
Moet het maar zo blijven dan? Nee! Liever die dertig hoofden mét lijf ‘live’.
Maar we doen ons best er iets van te maken, zo’n les ‘op de lijn’. Leerlingen én docenten.
Wanneer de laatste leerling de les ‘verlaten’ heeft, klik ook ik op het icoontje van zo’n antieke telefoonhoorn.
‘Ophangen’, staat daarbij. Huh? Ophangen?
Ook online blijven sommige dingen heel ouderwets.