20 februari 2020
Het is voor jou als docent fijn dat, wanneer je klas het lokaal betreedt, jij alvast je les hebt ‘klaarstaan’. Wát dat dan is, zal per vak en docent verschillen. Bij een uitgebreid practicum heeft dat meer voeten in de aarde dan bij bijvoorbeeld een les waarbij je een PowerPointpresentatie en wat toelichtend filmmateriaal wilt laten zien.
Vaak speelt het internet hierbij een rol. Geef je een paar lesuren achter elkaar in hetzelfde lokaal les, dan heb in de ‘looptijd’ tussen twee lessen, of een stukje van je pauze, wel even tijd voor de digitale voorbereiding.
Kom je als docent mét een kudde leerlingen mee het volgende lokaal in, dan betekent dat dat je even moet inloggen, opstarten, klaarzetten. Dat kan snel gaan. Dat kan héél traag gaan. Dat kan ook helemáál niet gaan.
De afgelopen weken waren de laatste twee opties helaas van toepassing in onze school. Zo’n situatie waarbij je niet ‘in het systeem komt’, niet bij je lesmateriaal kunt, geen absenten kunt invoeren, geen instructiefilmpje kunt laten zien. Een vervelende start van een les, want, een zuchtende en mopperende docent, die dan maar weer teruggrijpt op ‘Het Boek’, niks mis mee, maar hey, we hadden toch ooit bedacht dat we met computers, laptops, digiborden en mobieltjes gingen werken?
Eh, ja…, maar het betekent, naast alle voordelen die er ook zijn, dat je kwetsbaar bent.
‘Geen wifi, geen werk?’ Waar ‘vroeger’ een kop koffie de enige noodzakelijke randvoorwaarde was voor een docent om z’n werk te kunnen doen, is tegenwoordig een goed, snel werkend internet toch de nummer één, of op z’n minst een goede tweede. Want die koffie blijft toch ook een ding.
Onze organisatie werd het slachtoffer van een zogenaamde DDos-aanval (Distributed Denial of Service). Door héél veel data naar een bepaalde server te sturen, vertraag je het netwerk of leg je het volkomen plat. Resultaat: heel veel onvrede, mopperende docenten, medewerkers én leerlingen (‘Meneer, ik kán niks doen, de wifi werkt weer niet!’)
Wat het doel van zo’n aanval is, is niet helemaal duidelijk. Het stelen van informatie is het in dit geval niet, dat is een andere vorm van digitale inbraak, namelijk hacken. Digitaal pésten is het in elk geval wél. Naar de daders wordt inmiddels natuurlijk naarstig gezocht door mensen die er meer verstand van hebben dan ik.
Gelukkig deed mijn internet het thuis wél, zodat ik bijvoorbeeld kon zien dat op social media een discussie losbarstte over een (openbare) basisschool die het lef had gehad de naam ‘carnaval’ te veranderen in ‘verkleedfeest’. Of je dat nou wel of niet moet doen is een tweede, maar wat mij vooral opviel, was dat veel mensen weer eens kreten uitten als: ‘Nederland gaat naar de k…..!’, ‘Blijft er dan geen enkele traditie meer heilig?’, enz.
Grappig.
Volgens mij gaat half Nederland vooral naar ‘naar de k’ vanwége (lees: ‘tijdens’ en ‘kort ná’) dat carnaval, ongeacht de naam.
Wanneer je dan zó vastzit aan tradities, zou je, volgens die katholieke traditie waar carnaval ooit vandaan kwam, daarná een weekje moeten gaan vasten en op z’n minst een keer een mis bij moeten wonen. ‘Carnaval’ komt tenslotte van ‘Carna Valle’, of in Kerklatijn: ‘Carnem levare’, wat zoiets als ‘vaarwel aan het vlees’ betekent. Letterlijk genomen zou je dan als vegetariër zónder te vasten aan het carnaval kunnen deelnemen. Bij ons is het inmiddels ook écht niet meer (en niet minder) dan een verkleedfeest met regelmatig (te)veel alcohol. Alco-lol. Een soort Suikerfeest zonder Ramadan.
Tip: Wil je als leerling de komende week nog ergens op school in een verloren moment je carnavalsoutfit online bestellen, doe dat dan beter thuis. Want ons netwerk is misschien nog niet stabiel. Zit je net in de afhandeling van je digi-betaling, valt de wifi uit…!
Ik wens iedereen een mooie week, met een stabiel netwerk. En alvast een fijne voorjaarsvakantie. Carnavakantie!
En mocht je je opeens schuldig voelen dat je wél feestviert en níet gaat vasten, word dan deze week nog ff snel vegetariër…
Ook nog eens goed voor het milieu!