31 oktober 2019

Opvoeders en strafwerkers

Bert Jansen laat u de sfeer proeven op het Veluws College Twello. In deze blog schrijft Bert, docent Nederlands en maatschappijleer op deze middelbare school, over ontroerende, grappige of confronterende belevenissen, vaak gekoppeld aan de actualiteit.


31 oktober 2019

‘Je zit op school om te leren!’

Misschien een wat ouderwetse uitspraak, maar toch: hij is waar.

Nu doe je dat leren gelukkig op heel veel verschillende manieren en momenten. Ja, ook in de pauze, hangend met je vrienden of klasgenoten.

Het begint met imitatie. De eerste mensen die je om je heen aantreft, in de meeste gevallen tevens je ouders, ga je maar eens een beetje nadoen. Je moet wat. Hun bewegingen, hun woordjes, ze worden de jouwe. Tot je ouders ontdekken dat je ook woordjes en gebaartjes van ze overneemt die wat minder gewenst zijn. Je middelvinger opsteken, want dat doet papa altijd in de auto. Zo’n grappig, drie-, of hooguit vier-letterig woordje roepen wanneer je iets omgooit. K…! F…!

Oeps?

Al snel krijg je aanwijzingen hoe je iets wel of niet moet doen. Of je gaat zelf experimenteren en zo ervaring opdoen. Iets is ‘auw’, dus dat doe je dan maar niet wéér. Iets anders smaakt lekker of geeft een prettig gevoel, dus dat blijf je dan maar doen. Soms je hele verdere leven.

Je gedrag wordt ook constant beoordeeld door mensen om je heen. ‘Beloning’ of ‘straf’ (sancties) kunnen bepalen of je gedrag herhaalt of niet.

Opvoeders straffen wat af. Wanneer er niet geluisterd wordt, wanneer het gewenste gedrag niet wordt bereikt, kortom, wanneer we als opvoeder of ‘aan-leraar’ falen, grijpen we soms wanhopig naar bepaalde machtsmiddelen. ‘Omdat IK het zeg!’ ‘Omdat het gewoon móet!’ ‘Omdat het gewoon niet mág!’ Huisarrest, inhouden van zakgeld, mobiliteit en/of mobiele tijd verminderen, strafcorvee, straflokalen, strafwerk, strafpunten, strafcorners, strafschoppen (op meer manieren uit te leggen), strafseconden, strafkampen, we zijn creatief…

De afgelopen week verschenen er berichten in de media over een basisschooljuf die haar leerlingen uit groep 3 bizarre straffen zou geven. Slaan met een stok op de tafel én op het hoofd, laten eten van de grond, laten eten op het toilet, op de knieën op de grond laten zitten. Schreeuwen, uitschelden, uitlachen. Op dit moment is nog niet bekend wat er van waar is. De ouders die het niet geloofden en diegenen die het wél geloofden, gingen alvast maar op de vuist op het schoolplein. Dat gedrag kunnen hun kinderen dan weer mooi imiteren. Je bent tenslotte op (het) school(plein) om te leren.

Als het allemaal waar blijkt te zijn, moet er wel iets ernstigs aan de hand zijn met die juf. Wellicht iets uit haar éigen jeugd. ‘Een goed voorbeeld doet volgen’, maar een slecht voorbeeld doet dat helaas ook maar al te vaak. En als leerling ben je ook maar overgeleverd aan een kudde professionele opvoeders met ieder hun eigen verhaal, hun eigen voorbeelden, hún eigen opvoeders, hun eigen kijk op wat wel en niet goed zou zijn. Voordeel van het voorgezet onderwijs is dan nog dat je als leerling na één of hooguit twee lesuren alweer even wisselt van pedagoochelaar. En je niet een heel schooljaar lang de héle dag vastzit aan die éne. Die nou net zo’n verwrongen kijk op lesgeven en opvoeden heeft. Gelukkig zijn dat uitzonderingen.

Van mijn eigen basisschooltijd herinner ik me de juf waarop ik verliefd was, maar ook die juf die keihard en wanhopig met haar bordliniaal op het schoolbord mepte en altijd hard schreeuwde, de meester die ervoor zorgde dat ik zélf meester wilde worden, de directeur met zijn krakende schoenen en naar Old Spice geurende bruine pak. Wanneer je eruit gestuurd was en hij zag jou op de gang staan, kreeg je van hem nog een flinke douw of zelfs een schop onder je achterste. Dus je kroop wanhopig tussen de jassen aan de kapstokken, wanneer je die krakende schoenen hoorde naderen. Verder zette hij stagiaires tijdens hun lessen compleet voor schut voor de hele klas en liet ze gewoon opnieuw beginnen met hun les. Walgelijk. En eigenlijk besef je dat pas wanneer je zelf al veel ouder bent. Gelukkig zijn onze leerlingen ouder, mondiger, weten dat je als docent je handen thuis hebt te houden, tenzij er een onveilige situatie ontstaat.

Maar kinderen van een groep 3 bijvoorbeeld, tja, die moet je soms beschermen tegen hun eigen opvoeders.

Deze week ontvangen we weer zo’n 500 groep 8’ers van heel veel basisscholen voor de jaarlijkse

meeloopdag. Met heel veel geweldige meesters en juffen.

Bij wie het me geen straf lijkt in de klas te zitten.

Wanneer je dit werk niet meer leuk vindt, wordt het volgens mij pas echt ‘strafwerk’.

En van strafwerk doen, komt strafwerk geven…….