01 november 2018

Spelen met de tijd

Bert Jansen laat u de sfeer proeven op het Veluws College Twello. In deze blog schrijft Bert, docent Nederlands en maatschappijleer op deze middelbare school, over ontroerende, grappige of confronterende belevenissen, vaak gekoppeld aan de actualiteit.


1 november 2018

Toen was het opeens weer wintertijd. Leuk wanneer je net op die dag een feestje hebt dat tot diep in de nacht doorgaat. En je om 03.00 u. ’s nachts kunt roepen: ‘Het is nog maar twee uur!’ Extra uurtje feest. Ik had zelf toevallig ook een feestje die middag en avond, maar dat werd niet zo laat dat ik van deze partybooster gebruik maakte. Wél zag ik tegen enen ’s nachts dat ik nog twee mensen had vergeten te feliciteren via Facebook. Ik had nog 5 minuten om te schrijven: ‘Ik heb de klok NU alvast een uur teruggezet. Van harte gefeliciteerd! Nog net op tijd!’

Meer dan ooit is er dit jaar een discussie gaande over wat te doen met dat gegoochel met die zomer- en wintertijd. Vanuit de E.U. klinkt de dringende wens ermee te stoppen en iedere lidstaat zelf te laten kiezen voor een definitieve winter- óf zomertijd. Ervan uitgaande dat de meeste landen een voorkeur zullen hebben voor de zomertijd.

Wat een gedoe.

Het hele idee van een zomertijd (de wintertijd is de ‘échte’, dat weten veel mensen al niet) stamt al uit de Eerste Wereldoorlog. Het werd toen ingevoerd om kolen te besparen.

Wetenschappers hebben echter ontdekt dat de invoering van de zomertijd bij veel mensen leidt tot slaaptekort. Want je gaat later naar bed en hebt in de winter het idee dat je ’s nachts al moet opstaan. Verder hebben grote groepen mensen last van een ‘sociale jetlag’ bij het verzetten van de klok. Al dit gespeel met de tijd gaat tegen onze bioklok in. Die volgt namelijk het liefst het licht.

Maar ja, in de winter pas na negenen opstaan geeft ook weer logistieke problemen.

Op school spelen tijd en De Tijd ook een belangrijke rol. Je moet ‘op tijd’ op school en in de les zijn. Je hebt maar een bepaalde tijd om een toets te maken. Leerlingen zuchten soms: ‘Ik heb er geen tijd voor gehad!’ Docenten ook, soms nog harder. ‘Waar moet ik de tijd vandaan halen?’ Nou, gewoon, overal om je heen. Tijd is eigenlijk alleen maar een afspraak tussen mensen. We spreken af dat een les 45 minuten duurt. Of een tienminutengesprekje tien minuten. Of wanneer iets ‘uit de tijd’ is. Of tijdloos. Wanneer je in ‘blessuretijd’ moet werken, oftewel nablijven. Mensen zeggen vaak dat tijd geld is. Terwijl het toch twee heel verschillende dingen zijn. Maar ja, wanneer je door het werken in blessuretijd niet óp tijd bij je bijbaantje verschijnt en dus minder verdient, dan is tijd geld.

Soms gaat een leerling tien minuten voor het einde van een les z’n tas inpakken. ‘Het is toch bijna tijd?’ Ja, het is alTIJD bijna tijd. De vraag is alleen waarvóór…!

Iemand die te laat komt is niet op tijd, maar iemand die te vroeg komt, toch eigenlijk ook niet?

Er zijn wetenschappers die vinden dat we op school meer rekening zouden moeten houden met het bioritme van leerlingen. Waarom zo vroeg beginnen terwijl dat zo tegen je natuur ingaat? Echt jonge kinderen zijn vaak erg vroeg wakker. Ouderen trouwens ook weer. En daartussenin zweeft de puber, die z’n bed niet uit kan komen. En uitgerekend die puber wordt onderworpen aan strikte tijdsregels.

Maar ja, wanneer we het idee van deze medische psychologen zouden volgen, moeten we de lessen laten verzorgen door iets oudere pubers, oftewel heel jonge docenten met hetzelfde bioritme. Waarmee ik mijzelf al bij voorbaat uit de markt prijs. Hoewel, mijn bioritme lijkt best verdacht veel op dat van een puber…

De afgelopen tijd heeft onze roostermaakster geweldig ‘gespeeld’ met de tijd. Want een rooster bedenken waarin onze eigen leerlingen lessen volgen én honderden bezoekende groep 8’ers daartussendoor óók, zonder dat het elkaar ‘bijt’, dat is een TIJDrovende klus waarvoor je goed bij de tijd moet zijn. Op de twee Meeloopdagen deze week gaat het weer gebeuren en hebben we meer aanmeldingen dan ooit!

We beginnen trouwens precies op tijd!

Benieuwd wie nog in z’n jetlag of ‘bedlag’ zit en een uur te vroeg is. (en dus niet op tijd). Vanwege die rare klok.

Ik moet stoppen met deze column, het is zondag 29 okt. En bijna 00.00 u., zie ik. Hoewel, eigenlijk was het al 01.00 u.! Gisteren tenminste nog wel! Valt dus nog mee.

Tijd zat!