27 september 2018
Bert Jansen laat u de sfeer proeven op het Veluws College Twello. In deze blog schrijft Bert, docent Nederlands en maatschappijleer op deze middelbare school, over ontroerende, grappige of confronterende belevenissen, vaak gekoppeld aan de actualiteit.
27 september 2018
Ik zie ze regelmatig ’s morgens wanneer ik zelf op weg ben naar school. Fietsende moeders, ja, de eerlijkheid gebied me te zeggen dat het voornamelijk moeders zijn, hun fietsen volgeladen met kind. Eén voorop, één achterop en dan ernaast of een stukje ervoor nog eens één of twee zélf fietsende exemplaren. Hand van moeder losjes doch met lichte dwang in de nek van een kind, of korte bevelen roepend naar de koploper. ‘Daar even stoppen! Goed uitkijken! Niet zo ver vooruit!’ Of tegen die altijd-achterblijver: ‘Fiets eens dóórrrrr! We komen te laat!’
Dit alles speelt zich af op een vaak te smalle, rode strook die dan voor de vorm ‘fietsstrook’ heet. Maar waar ook automobilisten regelmatig gebruik van maken om te zorgen dat ze een tegenligger (die ook probeert de fietsstrook niet te raken) niet frontaal goedemorgen wensen.
Het is met die fietsen een stukje acrobatiek en multitasking op een soort koorddanskoord. Oké, ik doe de vaders echt tekort, zij zijn er ook, zij het in de minderheid, of misschien is mijn blik niet geheel objectief.
Feit is dat ik veel respect heb voor al die ouders (zie, ik kan het wel) die dagelijks meerdere malen hun of andermens’ (bij ‘andermáns zou het dan weer alléén over vaders gaan…) kroost door het verkeer loodsen.
Kinderen in het verkeer.
Ze zijn met hun hoofd bij andere dingen, worden door van alles afgeleid, zijn dromers, ADHD’ers of beide tegelijk. Zijn bezig met van alles, maar niet met dat verkeer. Nog één keer dan, in groep 7 van de basisschool, doen ze hun best, rekken tijdens dat verkeersexamen hun armen uit de kom om richting aan te geven, rijden daardoor klapwiekend als aangeschoten reigers over rotonden en langs stoepranden. Daarna is het voorbij.
Voorbij was het ook zomaar opeens voor een groepje kinderen in Oss. Nietsvermoedend en vrolijk pratend, misschien wel zingend en zich in elk geval veilig wanend reden ze zomaar naar het veel te vroege einde van hun veel te jonge leven.
Op weg naar school.
Zoals zoveel kinderen elke ochtend weer op weg zijn naar school.
Ik zie ook vaak zo’n elektrische bakfiets onderweg, vlak bij onze school. Ik word er altijd vrolijk van.
Werd.
Felle kleur, vrolijk lachende bestuurster, blije kinderen. Grappig vervoermiddel. Typisch Hollands.
Nu staat het ter discussie. Eén ding is zeker: Niemand wilde dit. Niet die lieve leidster, die, mocht ze dit vreselijke ongeluk overleven, misschien geen leven meer over heeft. Niet die nietsvermoedende kinderen, niet die getroffen families. Niet de fabrikant van het voertuig.
Niemand.
Intussen rijden iedere dag weer duizenden kinderen naar school, al dan niet begeleid door multi-taskende ouders, al dan niet op e-bikes, driewielers, in bakfietsen, kinderzitjes, of achterop bagagedragers. En laat dat vooral zo blijven….!
Toch: vlak voor onze school maak ik me regelmatig zorgen. Bosjes fietsende leerlingen, komend van de ‘stationkant’ moeten de Veilingstraat eventjes dwars oversteken om ons terrein op te komen. Een enkeling kijkt achterom, steekt z’n hand uit, kijkt vóóruit naar tegemoetkomend verkeer en gaat dan pas. Velen doen dat niet en zwalken onaangekondigd naar links. Auto’s rijden te hard en dat geldt ook voor vrachtwagens en bussen. Er is een bocht. Ze zijn in no-time bij je. Ook wanneer ik tijdens een pauze of tussenuur lopend de weg oversteek om bij de supermarkt iets te halen, moet ik behoorlijk snel zijn.
Jongens en meisjes, kijk alsjeblieft goed uit. Wees (over)duidelijk, geef richting aan, kijk achter je en voor je. Automobilisten, minder alsjeblieft vaart in de buurt van onze school. Hier fietsen pubers.
En tenslotte, gemeente: geef alsjeblieft groen licht voor aanpassing van de verkeerssituatie rond onze school. Hoe hoog is de drempel voor het leggen van een verkeersdrempel? Of wat dan ook?
Ik leg graag de betekenis van spreekwoorden en gezegden uit aan mijn leerlingen.
Maar aan die ene van dat kalf en die put hoop ik voorlopig niet toe te komen.