16 november 2016
Zo heel soms komt een groep leerlingen een les
binnen met het nieuws als het ware op het gezicht
geprojecteerd. Wandelende televisieschermen.
Dat gebeurt eigenlijk alleen wanneer het gaat om
een verdwenen of neergestort vliegtuig, een aanslag,
aardbeving, tsunami, wervelstorm of andere zaken in
die orde van belangrijkheid. Deze ochtend zag ik vooral
verontwaardiging en zelfs een behoorlijke mate van boosheid.
Het was een brugklas nota bene. Of ik het ‘al gehoord had?’ Ja, dat had ik. Toen ik
die ochtend het alarm van mijn telefoon uitschakelde, zag ik via een nieuwsapp
een kaartje van de USA dat alarmerend rood gekleurd was. Ik was de avond ervoor
met een licht ongerust voorgevoel, maar toch een overwegend gerust gevoel mijn
bed ingestapt. Ik bleef er niet voor wakker, het zou wel goedkomen. Tenminste,
wat dan mijn idee van ‘goed’ was en is. Ook maar betrekkelijk natuurlijk. In mijn
auto op weg naar school vochten de radiozenders om de laatste updates en
luisterde ik, geheel tegen mijn gewoonte in, even géén muziek. In de klas ging
direct het digibord aan. Mijn les Nederlands werd dat eerste uur omgebouwd
tot een soort vragenuurtje over de Amerikaanse verkiezingen, waarbij we
tegelijkertijd de livebeelden volgden. Die beelden vertelden ons datzelfde lesuur
dat het nu definitief was. De Amerikanen hadden een nieuwe president. En over
hem is nogal veel te doen. Hoe kwam het dat zelfs een brugklas behoorlijk van
slag was van deze uitslag? Waren ze eenzijdig voorgelicht door de social media en
hadden ze alleen die nogal respectloze uitlatingen en plannen meegekregen?
Als dat zo was, was het goede nieuws (mijn goede nieuws) in elk geval dat de
meeste leerlingen blijkbaar toch schrikken van een wereldleider die muren wil
bouwen, vrouwen en etnische minderheden beledigt en zich niets wil gaan
aantrekken van het milieu. Maar ja. Je wint geen verkiezingen wanneer je géén
stemmen krijgt. Dat is democratie. Ook dat probeerde ik uit te leggen.
De week ervoor hadden we ons project ‘Dit ben ik!’ afgesloten. Een project dat in
het teken stond van jezelf en elkaar leren kennen, begrijpen, respecteren.
We gingen ‘op puberruil’ bíj elkaar en met elkaar ‘over de streep’. Hielpen elkaar
een challengeparcours over. Zagen dat niet iedereen hetzelfde is. De zelfgefilmde
‘puberruilvlogs’ gaven het prachtig weer. We hadden met de afgelopen
‘meeloopdagen’ zo’n 450 groep achtleerlingen in de school. Wat was het leuk!
Ik had een paar hesjes van onze conciërge geleend en maakte de aanstaande
bruggers wijs dat je hier de eerste twee maanden met zo’n fluorescerend vestje
rondloopt, zodat iedereen kan zien dat je brugklasser bent. En daar rekening
mee kan houden. Achterop de hesjes stond ‘BHV’. Ik vertelde dat dat betekende:
‘Brugklassers Hebben Voorrang’. Gelukkig kon ik ook de wat ongerust kijkende
gasten gauw weer geruststellen. Je mag hier gelukkig jezelf zijn. Je hoort bij een
groep, dat wel, maar we stigmatiseren niet. Benieuwd of de aanhangers van de
verse Amerikaanse president die rode petjes de komende vier jaar wel ophouden.
Trump-pet-tisten. Hoezeer het puberbrein kan zwalken, bleek alweer de ochtend
ná de politieke aardbeving. Dezelfde klas, weer het eerste lesuur. ‘Meneer, gaan
we ALSTUBLIEFT even het sinterklaasjournaal kijken? Het is maar tien minuutjes
en we hebben het bijna allemaal gemist en ze zouden laten zien of we dit jaar
zw… of …!’ Tuurlijk. Toch weer politiek? Nou, een beetje. Opluchting alom. Het kon
allebei nog. Deze week overleed Leonard Cohen, een groot liedjesschrijver.
Hij schreef dit: ‘There’s a crack in everything. That’s how the light gets in.’
We vinden het licht wel weer. Mét meneer Trump en al die andere (hoge) pieten.
Bert Jansen
Docent Veluws College Twello