27 januari 2016
Het is stil in huis. Dat is niet zo vreemd, iedereen slaapt al. Iedereen?
Nee, niet iedereen… Daar, in het schemerdonker, slechts verlicht door
het blauwige schijnsel van het beeldscherm zit, voorovergebogen, De
Docent. Hij kijkt na. Corrigeert. Al ongeveer een week leeft hij onder
de tafel in een groot krat, gevuld met toetsen. Af en toe klimt hij eruit.
Kijkt dan wat glazig en verwilderd in het rond, neemt een kop koffie,
mompelt iets onverstaanbaars tegen een gezinslid en verdwijnt weer.
Het Gezin weet het. Het is weer toetsweek geweest. Wat vorige week
nog een echtgenoot en vader was, is nu verworden tot een soort van
kamerbewoner, maar dan ook nog van een andere planeet. Lekke
fietsbanden blazen zuchtend hun laatste adem uit, vergeefs wachtend
op reparatie. En het regent.
’s Nachts slaapt De Docent op de bank. Om de gezinsleden niet te storen.
Want regelmatig schrikt hij op uit z’n slaap en schreeuwt zinnen als:
‘TWEE FOUT ÉÉN PUNT!!’ Of: ‘DAT HAD IK WÉL UITGELEGD!’.
‘s Morgens als iedereen nog slaapt, neemt hij z’n krat op en gaat naar
z’n werk. Maar voor De Docent is het een dag in een grot met stemmen
die niets anders lijken te echoën dan: ‘Menéér! Hebbu al cijfers??!!! Nóg
niet? Wannééér dan? Staan ze er vanavond op?’
De Docent schudt traag zijn hoofd, murmelt iets over ‘normering’ , ‘bijna
klaar’ en gebiedt de klas aan het werk te gaan. Tussen de lessen door zit
hij in de personeelskamer. Daar weet hij zich omringd door soortgenoten,
die eveneens zuchtend, kreunend, schel lachend of vertwijfeld roepend
hún nakijkwerk doen. Soms is iemand iets kwijt en schudt wanhopig
een stapel proefwerken door elkaar. Dan weer staat iemand juichend
op en verdwijnt dansend met een leeg krat op z’n hoofd door de zijdeur
naar buiten. ‘Klaar!’
Wanneer hij tegen de avond door de schoonmaakster met zachte hand
naar buiten wordt geleid, schuift hij het krat weer in de auto en rijdt
huiswaarts. Schuift zwijgend bij aan tafel, eet mechanisch, het is slechts
brandstof. Nog één avond, schat hij. Die nacht is het voorbij. De Docent
klopt het laatste cijfer in het systeem en sluit de computer af. De blauwe
gloed dooft uit. Hij wankelt naar de bank, nog één nachtje daar, als een
ritueel.
De volgende ochtend loopt De Docent kwiek naar buiten. De zon
schijnt… een nieuwe week!
Bert Jansen
Docent Veluws College Twello